Financieel perspectief 2023-2026
De uitgangspositie bestaat uit de lopende begroting 2022 en mutaties vanuit tussenrapportages. In de kaderbrief 2023 zijn de autonome ontwikkeling geschetst en zijn bij de programma’s de ontwikkelingen opgenomen. Bij de kaderbrief waren deze ontwikkelingen nog niet cijfermatig vertaald. Bij de begroting 2023 zijn deze ontwikkelingen bij de programma’s beschreven en financieel verwerkt. Bij het onderdeel “Wat mag het kosten?” is per programma een overzicht opgenomen van de ontwikkelingen.
De (gebruikelijke) regels van onze toezichthouder (Provincie) geven aan dat de saldi voor het eerste en het laatste jaar positief moeten zijn. Daarbij moet sprake zijn van een structureel sluitende begroting, waarin structurele uitgaven ook structureel worden gedekt. Belangrijk daarbij is dat h et Rijk met gemeenten en provincies werkt aan een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026. Dit zorgt ook voor een begrenzing van de uitkering tot het jaar 2025. Dit vertaald zich nu voor de gemeente Urk in een fors negatief saldo voor 2026. Naar verwachting geldt dit voor (bijna) alle gemeenten.
De Provincie heeft begin oktober aangegeven dat zij toetst op een structureel en reëel sluitende begroting 2023. Dit geldt voor de gemeente Urk voor de jaren 2023 tot en met 2025.
In onderstaand overzicht zijn de bedragen (bijv. 1) een last/uitgave, de negatieve bedragen zijn een bate/inkomst (bijv. -1).
Meerjarenbegroting | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Begrotingssaldo vanuit meerjarenbegroting 2022 | 0 | -61.673 | -665.720 | -665.720 | |
Structurele mutatie 2e tussenrapportage 2021 | 263.424 | 287.502 | 309.502 | 309.502 | |
Structurele mutatie 1e tussenrapportage 2022 | 147.654 | 139.264 | 110.480 | 110.480 | |
Startpositie meerjaren begroting 2023-2026 | 411.078 | 365.093 | -245.738 | -245.738 | |
Autonome ontwikkelingen | -2.746.121 | -4.074.367 | -3.122.675 | 33.567 | |
Ontwikkelingen | 979.634 | 1.140.829 | 1.412.624 | 1.679.732 | |
Gewijzigd saldo begroting | -1.355.408 | -2.568.445 | -1.955.789 | 1.467.561 |
Autonome ontwikkelingen
In onderstaand overzicht zijn de bedragen (bijv. 1) een last/uitgave, de negatieve bedragen zijn een bate/inkomst (bijv. -1).
Autonome ontwikkelingen | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Algemene uitkering | -2.890.741 | -3.903.941 | -3.951.158 | -1.135.432 | |
Bijstelling OZB | 13.102 | -60.540 | -95.839 | -285.483 | |
Opleidingsbudget | 53.295 | 50.868 | 50.868 | 50.868 | |
Ontwikkeling energiekosten | 840.777 | ||||
Ontwikkeling Jeugdzorg | -117.259 | -3.344 | 674.182 | 1.138.852 | |
Investeringen | -678.850 | 209.427 | 497.279 | 766.279 | |
Diversen | 33.555 | -366.837 | -298.008 | -501.517 | |
Subtotaal | -2.746.121 | -4.074.367 | -3.122.675 | 33.567 |
Een aantal van de autonome ontwikkelingen wordt verder toegelicht:
Algemene uitkering
Via de meicirculaire zijn gemeenten geïnformeerd over de kaders van hun begroting. De septembercirculaire geeft een geactualiseerd beeld gebaseerd op de Miljoenennota van het Rijk.
Het Rijk werkt met gemeenten en provincies aan een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026. Het kabinet heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) het voorstel gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022–2025 vast te zetten op de stand van de Voorjaarsnota 2022. De VNG heeft met dit voorstel ingestemd. Dat zorgt voor het jaar 2026 voor een (forse) bezuiniging op het gemeentefonds. Het zogenaamde “ravijnjaar”.
In het Coalitieakkoord is het accres vanaf 2026 vastgezet op een plus van € 1 miljard bovenop de stand van de Miljoenennota 2022.
Ondanks deze extra gelden in 2026 betekent het nog steeds een daling van de algemene uitkering ten opzichte van 2025. Dit is dan ook de reden dat veel gemeenten de begroting structureel niet sluitend krijgen. Dat geldt ook voor de gemeente Urk.
Loon- en prijsontwikkeling
De gemeente houdt in haar begroting rekening met de meerjarige loon- en prijsontwikkeling, ook wel inflatie genoemd. Deze loon- en prijsontwikkeling (LPO) wordt begroot op twee stelposten en is uiteraard bedoeld om de gevolgen van de inflatie op te vangen. Wij volgen daarbij de indexatie zoals die bij de algemene uitkering (AU) wordt toegepast. Een verhoging van de AU heeft dan ook een bruto en netto effect. Stel de AU stijgt met 2% (bruto effect), maar ze houdt ook rekening met een inflatie van 2%, dan is het netto effect nihil. In dit voorbeeld krijgt een gemeente dan geen extra geld ter beschikking, maar is de verhoogde AU bedoeld om de bestaande budgetten op pijl te houden. In de meerjarenraming 2023-2026 is de loon- en prijsontwikkeling volledig opgenomen. Mocht de hogere inflatie aanhouden dan is de verwachting dat dit ook door het Rijk (grotendeels) gecompenseerd wordt.
Ontwikkeling energiekosten
Bij de eerste tussenrapportage 2022 werden de hogere energiekosten ingeschat op € 525.000. Inmiddels wordt voor 2023 rekening gehouden met € 884.000. Voorlopig worden de hogere energielasten alleen geraamd voor het jaar 2023. Mocht de crisis langer duren dan zal dit effect hebben op de jaren 2024 en verder.
Jeugdzorg
De VNG heeft op 9 augustus een bericht “Afspraken jeugdmiddelen in meerjarenraming” gepubliceerd. Hieruit blijkt dat het Rijk, de VNG en het IPO voor de jaren 2024, 2025 en 2026 zijn overeengekomen dat gemeenten zowel de extra rijksbijdragen voor de jeugdzorg als de geplande bezuinigingen voor 100% in de begroting 2023 mogen opnemen. In de begroting 2022 mochten de gemeenten nog 75% opnemen.
Verder zijn afspraken gemaakt over een aanvullende landelijke besparing van structureel € 511 miljoen, waarbij de Rijksoverheid de verantwoordelijkheid heeft om deze besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. De afspraken over de extra rijksbijdragen voor de jeugdzorg zijn gemaakt voor de jaren 2023-2026. Voor de jaren na 2026 blijft onduidelijk of gemeenten 100% mogen ramen of 75%, aangezien deze jaren nog niet opgenomen zijn in de richtlijnen van de provinciaal toezichthouder.
Het sociaal domein is in beweging. Landelijke en regionale besluitvorming heeft direct financiële gevolgen. Maar ook de samenwerking met bijvoorbeeld de buurgemeente (aanbesteding lokaal maatwerk) kan in het gezamenlijk optrekken financiële gevolgen hebben.
Het Rijk gaat in het jeugddomein uit van extra besparingen oplopend naar € 500 miljoen in 2026. Als gemeente worden wij geacht reëel te begroten en hebben bedenkingen bij de haalbaarheid van dergelijke besparingen wat resulteert in forse tekorten vanaf 2025.
Investeringen
Een totaaloverzicht van de investeringen wordt gegeven in de investeringsstaat. Daarbij wordt bij de investeringen aangeven wat het verwachte jaar van uitvoering is. Het onderdeel rentelasten is meerjarig bijgesteld op basis van de investeringsstaat 2023-2026 in combinatie met de ontwikkeling van de bestaande leningenportefeuille. Hierbij is rekening gehouden met verwachte hogere rentepercentages.
De Provincie begrijpt dat de gemeenten te maken hebben met onzekerheid over de hoogte van de algemene uitkering in 2026. Het voorgenomen meerjareninvesteringsplan 2023-2026 zal in de vorm van kapitaallasten in 2026 (mogelijk) niet structureel worden gedekt. Ook de dekking van de jaren daarna is nu nog onzeker. Er is vanuit de Provincie begrip voor de noodzaak van investeringsplannen van de gemeente. Zolang het begrotingsjaar 2023 een structureel en reëel evenwicht vertoont, is de dekking van eventuele investeringen aangetoond. Wel geeft zij het advies om behoudend om te gaan met het ambitieniveau als het gaat om het meerjareninvesteringsplan.
Ontwikkelingen
Hieronder staat het totaaloverzicht met ontwikkelingen aangegeven. Bij de programma’s is een toelichting opgenomen:
Progr. | Ontwikkelingen | Krediet | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|
P1 | Organisatie op orde | 30.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | |
P1 | Informatiebeheer | 61.265 | 34.890 | 34.997 | 35.105 | |
P1 | Ontwikkeling griffie | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | |
P2 | Werkgeversdienstverlening | 85.000 | 85.000 | 85.000 | 85.000 | |
P2 | Diverse onderzoeken, waaronder: Totaalvisie bedrijventerreinen Urk. Onderzoek specifieke voorwaarden/behoefte. Energieinfrastructuur groei van Urk. | 75.000 | 75.000 | 75.000 | 75.000 | |
P2 | Randweg, Bijdrage gemeente Urk, inbreng voorbereiding realisatie, onderzoek overige integrale onderdelen | 106.000 | ||||
P2 | Versterken organisatie gebiedsontwikkeling | 100.000 | 125.000 | 150.000 | 175.000 | |
P3 | Areaaluitbreiding Zeeheldenwijk | 60.000 | 60.000 | 120.000 | 120.000 | |
P3 | Meerjarig onderhoudsgebouwenplan | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | |
P3 | Verbeteren hoofdverkeerstructuur (auto en langzaam) | 130.000 | ||||
P3 | Aanvullen bovenwijkse voorzieningen | 17.000 | 17.000 | 17.000 | 17.000 | |
P3 | Formatie groei – Taken klimaatakkoord | 80.000 | 80.000 | 80.000 | 80.000 | |
P3 | Beheerplan Woonbeleid | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | |
P3 | Formatie uitvoering Woonbeleid | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | |
P4 | Sportboulevard fase 2 (€ 400.000 in 2023) | 400.000 | 0 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
P4 | Begroting GGD Flevoland | 2.113 | 7.683 | 13.371 | 19.371 | |
P4 | Formatie Sociaal Domein | 289.256 | 289.256 | 289.256 | 289.256 | |
P4 | Gymzaal Oranjewijk: beheer en exploitatie | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |
P4 | Sporthal Zeeheldenwijk: beheer en exploitatie | 100.000 | 100.000 | 100.000 | ||
P4 | Gymzaal Oranjewijk: afschrijving | 2.400.000 | 57.000 | 57.000 | 57.000 | |
P4 | Sporthal Zeeheldenwijk: afschrijving | 8.000.000 | 181.000 | 181.000 | ||
P4 | Clientondersteuning | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |
Subtotaal | 979.634 | 1.140.829 | 1.412.624 | 1.679.732 |
In het onderstaande overzicht wordt per programma, voor zowel de lasten als de baten, inzicht gegeven in het meerjarenperspectief 2023-2026.
I n onderstaand overzicht zijn de bedragen (bijv. 1) een last/uitgave, de negatieve bedragen zijn een bate/inkomst (bijv. -1).
Programma | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Lasten | ||||
Bestuur | 10.388.506 | 11.301.838 | 12.901.454 | 14.267.135 |
Werken | 34.366.733 | 32.049.991 | 38.996.923 | 30.885.281 |
Wonen | 13.483.856 | 13.272.161 | 13.337.907 | 13.476.265 |
Leven | 16.019.801 | 15.782.765 | 15.835.656 | 15.841.656 |
Totaal lasten | 74.258.896 | 72.406.756 | 81.071.940 | 74.470.337 |
Baten | ||||
Bestuur | -589.745 | -589.745 | -589.743 | -589.743 |
Werken | -67.331.386 | -66.497.716 | -75.113.775 | -65.058.551 |
Wonen | -5.416.880 | -5.406.937 | -5.406.489 | -5.406.489 |
Leven | -1.734.258 | -1.714.256 | -1.589.256 | -1.589.256 |
Totaal baten | -75.072.269 | -74.208.655 | -82.699.263 | -72.644.039 |
Saldo voor bestemming | -813.373 | -1.801.899 | -1.627.323 | 1.826.299 |
Mutaties binnen reserves | -542.036 | -766.546 | -328.467 | -358.738 |
Saldo na bestemming | -1.355.408 | -2.568.445 | -1.955.789 | 1.467.561 |